Ken je die momenten? Dat je heel erg lekker gaat, alles met je mee waait en je ineens dan weer plat onderuit gaat.
Gewoon pats boem. Daar lig je. Ik had ook zo’n week. En kom nu niet aan met dat ik negatief gedacht heb, want dat is niet zo. Ik heb mij een versuffing gemanifesteerd om een bepaalde uitkomst van een instantie voor elkaar te krijgen. En tot nu toe ging het echt voor de wind.
Tot gisteren. Het antwoord was: nee. Meer niet. Nee.
Alles aan gevoel en gedachten was er. Van oneerlijk, boos zijn, alleen voelen en waarom zij wel en ik niet. Want, ik had bedacht dat dit DE oplossing zou zijn voor mij. Mijn slachtoffer jas voelde zwaar. En donker. En uitzichtloos energievretend.
De trukendoos ging open
Alle tools die ik kende kwamen op tafel. Want dit gevoel moest weg. Dit is negatief, ik heb het fout gedaan. En negativiteit willen we niet. Da’s niet goed. Ik heb iedere stap in gedachten ontrafelt en geanalyseerd om mijn misser te vinden. Maar vond hem niet. Dan was het vast iets heel erg verborgen in mijzelf wat ik nog niet weet?
Alle B**SH** even van tafel
Ik heb niets fout gedaan. En hou op over verkeerd manifesteren of niet opgeruimde overtuigingen die mij nu in de weg zitten. Onzin.
Natuurlijk mag ik me even echt teleurgesteld voelen. Echt voelen. Met een steen. Niet wegstoppen maar voelen.
Maar eigenlijk weet ik. Ik weet welke wetten hier hun werk doen. Ik ken de wet van Ritme, die ervoor zorgt dat dingen in een cyclus terugkeren. De ups en downs. Dus ook de uitglijders. De wet van de minste weerstand die ervoor zorgt dat de energie die bij je hoort moeiteloos haar weg vindt en energie die niet bij je hoort stagneert.
De wet van loslaten, en mij niet willen bemoeien met het hoe en de vorm. Ik heb teveel controle uit willen oefenen over iets wat mijn ego heeft bedacht.
En ik weet ook, uit ervaring, dat als dit niet voor mij bedoeld is, dan ligt er iets anders. Iets mooiers, iets beters, iets gavers. Of dat het mij behoed voor een groot fiasco. Iets wat ik me nu nog niet kan bedenken, maar het universum allang heeft uitgestippeld. Iets waarvan ik dan denk: ohh… het is maar goed dat dat toen niet door is gegaan, want anders had ik nu niet…
Er komt iets beters voor in de plaats.
Ik kijk omhoog en geef een knipoog.
It better be good!